Het Hoe-en-Waarom boek 23: Van Holwoning tot Wolkenkrabber
OverzichtConditie | redelijk [rand kaft enkele stootplekjes] |
Aantal pagina`s | 48 |
Uitgavejaar | 1964 |
Uitgegeven door | Zuid-Nederlandse Uitgeverij N.V. |
Kaft | gekartonneerd |
ISBN | niet bekend |
Code [intern] | SBNL2 |
Beschrijving boek
Inleiding
‘Mijn huis is mijn kasteel’ is een veelgehoorde uitdrukking. Maar een hol in de grond, bedekt met wat takken, of een houten hut of een iglo, kun je toch moeilijk een paleis noemen. Toch zijn er nog mensen te vinden die in zo’n hol, in zo’n hut of in een iglo wonen. Bovendien schijnen die mensen zich daarin nog thuis te voelen ook en weten ze het zich op hun manier comfortabel te maken. Dit Hoe-en-Waarom-boek geeft een overzicht van de manier waarop de mens woonde en woont. Het vertelt hoe de eerste mensen leefden in hun holen en hoe wij thans leven in onze moderne woningen die opgetrokken zijn uit staal, glas en beton.
Waar ter wereld de mens zich ook een woning bouwde, steeds weer blijkt hoe die mens zich soms met de primitiefste middelen wist te beschermen tegen koude en hitte, droogte en regenval. En soms zelfs tegen de aanvallen van wilde dieren. Dit boekt vertelt jullie hoe de mens zich sinds het ontstaan van de aarde een huis wist te bouwen.
De eerste ‘architecten’ op aarde bedienden zich van takken en leem. Men vond later de baksteen uit, en dat was een geweldig stap vooruit. Tegenwoordig bouwen wij met staal, glas en plastic en reusachtige wolkenkrabbers verheffen zich tot bijna in de wolken.
Maar terwijl wij ons er al op voorbereiden dat we binnenkort op straks door ons te bezoeken planeten zullen gaan bouwen, leven op onze wereld nog steeds mensen in holen en zijn er nog mensen die, in deze eeuw van pijlsnelle vooruitgang, leven als in het Steentijdperk. Dit Hoe-en-Waarom-boek zal ons vertellen hoe de mens er in de loop der tijden in slaagde zijn huis tot een ‘kasteel’ te maken.