Alfred Neumann - De duivel
OverzichtConditie | goed [vorm/inhoud prima, achterzijde kaft diverse lichte krasjes] |
Aantal pagina`s | 376 |
Uitgavejaar | niet bekend [vermoedelijk jaren `60] |
Uitgegeven door | Nederlandse Boekenclub |
Kaft | zwarte kunstlederen hardcover met opdruk op voorzijde en rug |
Stofomslag | nee |
ISBN | niet bekend |
Code [intern] | WEG 4-E |
Beschrijving boek
Een deel uit de NBC-selectie.
Deze historische roman begint als volgt:
Op de gezindheid van de burgers van Gent viel niet te roemen. De geest van de opstandigheid sluimerde niet - ook toen de jonge hertog, die reeds als graaf de Charolais de drager was van een doorluchtige naam, na afloop van de kroningsfeesten in Brussel, zijn vreedzame intocht in de stad hield. De stad Gent had niets vergeten en zag geen bezwaar in de buurschap van gastvrijheid en knevelarij, van huldebetoging en wapengeweld, van God en de duivel. De klokken van Sint-Jacob en van Sint-Bavo noodden tegelijkertijd tot verwelkoming en tot oproer.
Het gevolg van de hertog was zeer talrijk, maar de gewapende mannen die op het marktplein geschaard stonden, telden het tienvoudige. De vorst reed langzaam te midden van de menigte, die hem kalm en ernstig begroette. Zijnerzijds geen sprake van dank.
‘Zij hebben te veel wapens,’ zei hij tot graaf Crèvecoeur, die aan zijn zijde reed.
Voor het raadhuis stonden gewapende patriciërs opgesteld. De eerste van de schepenen sprak enkele woorden van welkom. Intussen werd het verwarde gedruis dat uit de naburige straten oprees steeds luider. Met een heftig gebaar onderbrak de hertog de toespraak. ‘Wat betekent dat?’ vroeg hij. ‘Het is de processie van Sint-Lieven,’ antwoordde de schepen.