Robert Standish - Het huis aan de Whangpoo
OverzichtConditie | redelijk [rug kaft verschoten en wat vlekkerig, vorm en binding ok] |
Aantal pagina`s | 343 |
Uitgavejaar | niet bekend [vermoedelijk eind jaren `50/begin jaren `60] |
Uitgegeven door | Nederlandse Boekenclub |
Kaft | groen linnen hardcover met opdruk op voorzijde en rug |
Stofomslag | nee |
ISBN | niet bekend |
Code [intern] | WEG 4-E |
Beschrijving boek
Aanvulling conditie: in het linnen van de kaft zijn bloemmotieven geweven! Boekblok bovenzijde groen. Zijkant boekblok enkele vlekjes. Opdruk op rug kaft aan slijtage onderhevig.
Oorspronkelijke titel: Gentleman of China.
Een deel uit de NBC-selectie.
Deze roman begint als volgt:
Een dodelijk verschrikte en geheel verbijsterde man werd nogal hardhandig in de beklaagdenbank geduwd. Hij behoorde tot de koelieklasse, geboren en getogen op het land; het was duidelijk dat de gewoonten van de stad hem vreemd waren. Angstig staarde hij naar de tafel, waarop door een Chinese rechercheur een aantal uiteenlopende voorwerpen werden uitgestald. Hieronder bevonden zich: een fototoestel, een verrekijker, diverse overhemden, een polshorloge en enige verzilverde lepels.
De Chinese rechercheur stapte voor het getuigenhekje en zette in het kort uiteen dat hij beklaagde op verdachte wijze in de nabijheid van een perceel in de Bubbling Well Road had zien rondhangen. Verscholen in het struikgewas had hij gezien hoe de beklaagde zich door een raam toegang verschafte en later met een zak door een ander raam naar buiten klom. Daarop volgde het relaas van een achtervolging door verlaten straten, die enige uren later eindigde met een arrestatie.
Een Engelsman, die zich Harold Whitby noemde en zei adjunct-directeur van de Shanghai and North China Banking Corporation te zijn, herkende de uitgestalde voorwerpen als zijn eigendom. Toen hij die bewuste nacht naar bed was gegaan, bevonden de voorwerpen zich nog in zijn huis, Bubbling Well Road 381, maar toen hij wakker werd, waren zij verdwenen. Hij had de beklaagde niet gezien.
Uit een andere getuigenverklaring bleek dat er bovendien achttien vingerafdrukken, duidelijk geïdentificeerd als zijnde van de beklaagde, in het bewuste perceel waren gevonden.
Daar de beklaagde, die uit Woehoe afkomstig was, het Shanghaise dialect niet verstond, werd alles door een tolk moeizaam voor hem vertaald. Had hij iets tot zijn verdediging aan te voeren?