Jos van Beurden - Bangladesh
OverzichtConditie | redelijk |
Aantal pagina`s | 74 |
Uitgavejaar | 1992 |
Uitgegeven door | Koninklijk Instituut voor de Tropen/Novib |
Kaft | paperback [kaft van karton/dikker papier] |
ISBN | 9068323229 |
Code [intern] | C |
Beschrijving boek
Deel uit de Landenreeks, een samenwerking tussen KIT, Novib en NCOS.
Een permanente ramp wordt het land wel genoemd. Overbevolking, onbedwingbare rivieren, wervelstormen, corruptie en een bevolking die niet in staat is de eigen problemen aan te pakken, dat zijn de associaties van veel Europeanen bij het horen van de naam Bangladesh.
Bengaalse boeren, boerinnen of vissers kijken anders naar hun land. Als de rijst er goed bij staat en over een paar dagen geoogst kan worden of als de netten bijna te zwaar zijn om ze op te hijsen, dan noemen zij hun land Sonar Bangla, Gouden Bengalen. Dat dachten ook de vele veroveraars die in de loop der tijd naar het land kwamen om een graantje mee te pikken van de agrarische rijkdom. De Mogol-keizers, de Britse kolonialisten, de Westpakistaanse politici behandelden Bengalen als een lucratieve, maar onderworpen provincie. Pas sinds 1971 is Bangladesh werkelijk vrij; pas in 1991 vonden de eerste vrije verkiezingen plaats. Jos van Beurden die lange tijd in een Bengaals dorp woonde en werkte, beschrijft wie de mensen van Bangladesh zijn. Hij beschrijft hun gevecht tegen honger, water, wind en dood. En hij is verbaasd over hun enorme veerkracht, de wil om na de zoveelste ramp toch weer opnieuw te beginnen. Maar er is ook volop aandacht voor de andere, minder bekende kant van Bangladesh, die van het Gouden Bengalen.