Geneesmiddelen
| Conditie | redelijk [1e pag. naamstempel, hoekjes kaft (kale) stootplekjes] |
| Aantal pagina`s | 109 |
| Uitgavejaar | 1968 |
| Uitgegeven door | W. de Haan |
| Kaft | paperback |
| ISBN | niet bekend |
| Code [intern] | ZOL2 |
Beschrijving boek
Hoe ze werden ontdekt, hoe ze werken en hoe ze worden toegepast door prof. dr. A.M. Ernst en W.A.C. Whitlau.
Het geneesmiddel heeft voor de meesten onzer nog iets van een toverkruid. We hebben er over het algemeen geen flauw idee van hoe het werkt en wat het in ons lichaam doet. We verwachten er wonderen van, en blijft het wonder achterwege, dan wijten we dat aan het middel of aan de arts die het voorschreef. We beseffen te weinig dat het gebruik van geneesmiddelen en het opvolgen van de voorschriften van de arts, iets van onszelf verlangt. In de meeste gevallen wordt de toediening van een geneesmiddel immers aan de patiënt zelf overgelaten. Er wordt medewerking van hem verlangd. Het succes van een middel is ook van hem afhankelijk. Enig inzicht in de mogelijkheden en gevaren die het gebruik van geneesmiddelen met zich meebrengt, kan de doeltreffendheid van een middel dan ook alleen maar ten goede komen.
Het is merkwaardig dat er tot dusver nog geen boek bestond dat de algemene gebruiker dit inzicht verschaft. De schrijvers hebben in deze leemte willen voorzien. Ze hebben zich gericht tot al diegenen die met geneesmiddelen in aanraking komen, of in aanraking kúnnen komen. Tot iedereen dus, want iedereen wordt wel eens ziek. Met name ook richt het boek zich tot diegenen, die bij de verzorging van een patiënt voor een belangrijk deel de arts in zijn taak terzijde staan: tot ouders en verpleegsters.
Behandeld worden vragen als: Wat is een geneesmiddel, wat voor soorten geneeswijzen zijn er, op welke manieren kan een middel zijn arbeidsterrein in het lichaam bereiken, wat doet het ter plaatse, hoe reageren we erop, wat zijn de gevaren, hoe raken we het weer uit ons lichaam kwijt en hoe komen nieuwe geneesmiddelen tot stand.
De schrijvers hopen met dit boekje een gezonde en reële instelling ten opzichte van geneesmiddelen te bevorderen, zodat tussen de arts die een middel voorschrijft en de patiënt die het inneemt, een samenspel ontstaat die de beste kansen op genezing biedt.
