Simon Carmiggelt - We leven nog
OverzichtConditie | redelijk |
Aantal pagina`s | 119 |
Uitgavejaar | 1971 [6e druk december] |
Uitgegeven door | N.V. Uitgeverij De Arbeiderspers |
Kaft | paperback [kaft van karton/dikker papier] |
ISBN | 9029510994 |
Code [intern] | ZOL4 |
Beschrijving boek
Kattengat-boeken.
De in dit boek bijeengebrachte verhaaltjes werden, onder het pseudoniem Kronkel, geschreven in 'Het Parool'.
‘We leven nog’ verscheen voor het eerst in het voorjaar 1963 en vormde wel een bijzonder sympathiek lentegeluid na de barre winter, die we toen juist achter de rug hadden. We leefden nog, en dat wilden we weten!
Er was nog een reden die deze bundel een bijzonder accent gaf en geeft: er komen drie stukjes in voor over de meester van het Vlaamse proza, over Willem Elsschot, een van Carmiggelts oudste literaire voorkeuren. Terecht worden Elsschot en Carmiggelt dikwijls in één adem genoemd, want hun stijl en levensgevoel vertonen frappante overeenkomsten. Wat Carmiggelt eens over Elsschot schreef geldt in even sterke mate voor zijn eigen proza: ‘Schoon en naakt als de waarheid.’
Behalve deze herinneringen aan een op grote mentale overeenkomst stoelende vriendschap vinden we in ‘We leven nog’ variëteit genoeg: reizen naar Limburg, Brussel en Napels, portretten van mensen bij de tapkast, op straat, uit het verleden, van verliefde en teleurgestelde mensen. ‘We leven nog’, in vrijheid en welvaart, ‘welvaart nu de arbeidersklasse ook de scalp van de vrije zaterdag aan de gordel heeft gehangen,’ schreef Carmiggelt in 1963. Zijn luchtige ironiseren van enige vadsige bijverschijnselen van deze wassende welvaart is door de jaren heen even geestig en raak gebleven.