D.J. Wicherlink - Tussen waan en waarheid
| Conditie | redelijk [kaft verkleurd, vlekjes, smoezelig; binding + inhoud boek goed] |
| Aantal pagina`s | 159 |
| Uitgavejaar | 1974 |
| Uitgegeven door | Uitgeverij De Fontein bv |
| Kaft | paperback [ongeplastificeerd] |
| ISBN | 902613000 |
| Code [intern] | LEP2 |
Beschrijving boek
De parapsychologie in nieuwe denkpatronen.
Wicherlink ontwikkelt in dit boek unieke gedachten over de zijnsgrond der PSI-verschijnselen, uniek omdat ze enerzijds breken met het spiritualistisch monisme, dat vele parapsychologen nog in de ban houdt, en anderzijds omdat ze raakpunten hebben met het theologisch denken over leven en dood.
Fontein Folio.
Daniel J. Wicherlink werd in 1911 in Den Haag geboren. Zelf enigermate paranormaal begaafd werd hij reeds in zijn jeugd gefascineerd door de parapsychologie. Op grond van een allround ervaring met paranormaal begaafde personen en studies in de filosofie en psychologie ontwikkelde hij een levensbeschouwing, die aanhaakpunten vond in het denken van Carl. G. Jung en William Stern.
De auteur beoogt met dit boek een overzicht te geven van de paranormale verschijnselen, deze in één conceptie te integreren en er konsekwenties uit te trekken voor ons huidig mens- en wereldbeeld. Na een overzichtelijke inventarisatie der fenomenen behandelt hij een aantal spontane gevallen en geeft enkele interessante voorbeelden van parergie. Herhaaldelijk vermeldt en analyseert hij de paranormale stemmen op de geluidsband, die op het ogenblik algemeen in de belangstelling staan. In de tweede helft gaat hij in op ‘de zijnsgrond der PSI- verschijnselen’. De moderne opvattingen omtrent het onbewuste brengen hem op zijn theorie van het onbewuste veld. PSI- fenomenen ziet hij als doorbraken vanuit het onbewuste veld in het dagbewustzijn. Dit brengt hem in konflikt met de vrij gangbare opvatting over een meta- organisme. Zijn konklusie luidt: ‘PSI- verschijnselen zijn niet te herleiden tot energie die als vervoermiddel dient. Zij zijn niet te denken in termen van tijd, ruimte en energie.‘ Daarna komt de auteur toe aan een nadere uitwerking van zijn gevolgtrekkingen.
Het boek besluit met een korte beschouwing van de auteur over het persoonlijk voortbestaan.
