Filosofen van de 20e eeuw
OverzichtConditie | redelijk [kaft duidelijke leeftijds-/gebruikssporen, binding en pagina's boek goed] |
Aantal pagina`s | 242 |
Uitgavejaar | 1973 [3e druk] |
Uitgegeven door | Van Gorcum/Intermediair |
Kaft | paperback |
ISBN | 9023209974 |
Code [intern] | ZOL19 |
Beschrijving boek
Aanvulling conditie: 1e pagina handtekening en hoekje van pagina afgescheurd [vml. om iemand z'n naam te verwijderen]. Boven- en zijkant boekblok een oude vochtvlek. Kortom, boek ziet er niet best meer uit, maar is nog heel goed bruikbaar!
Onder redactie van drs. C.P. Bertels en E. Petersma. Met een inleiding van prof. dr. C.A. van Peursen.
Filosofie geldt nog steeds als een moeilijk woord. Daarom lijkt het verstandig om het verstaanbaar te maken, want filosofie is interessant en belangrijk. Niet alleen omdat veel mensen achter het oppervlak van gebeurtenissen en processen dieper liggende redelijke verklaringsgronden hopen te vinden, maar ook omdat veel meer dan alledag zichtbaar wordt ‘wijsgerig’ te noemen feitenordeningen, interpretaties en waarden bepalend blijken voor meningen, overtuigingen en beslissingen.
Misschien is het ’t eenvoudigst kennis te maken met concrete filosofen van deze eeuw. Bijzonder gewone of ongewoon bijzondere mensen, die als Wittgenstein dol zijn op cowbowfilms of als Merleau-Ponty filosofie beschouwen als het innemen van drugs - wie er bang voor is, moet het maar laten.
De filosofen die hier aan bod komen, worden traditioneel ingedeeld onder de volgende noemers:
- taalfilosofie: Russel, Popper, Wittgenstein, Ayer, Ryle, Chomsky;
- fenomenologie/existentiefilosofie: Husserl, Heidegger, Sartre, Merleau-Ponty, Ricoeur;
- neo-marxisme: Bloch, Marcuse, Habermas, Kolkowski;
- structuralisme: Lévi-Straus, Foucault
Toch kom je met zo’n indeling niet helemaal uit of zelfs helemaal niet uit. Indelen is pas leuk, wanneer je door verrassend te groeperen ineens nieuwe informatie krijgt. Dit is het uitgangspunt van de inleiding van prof. Van Peursen: hij probeert heel origineeel met twee woorden, ‘regels’ en ‘ervaring’, een nieuwe verdeelsleutel uit.
De portretteringen zijn eerder verschenen in het weekblad Intermediair en waar nodig uitgebreid en van bibliografische gegevens voorzien. Ze zijn betrekkelijk eenvoudig, maar ook weer niet te simpel. Elke filosoof heeft zijn eigen beschrijver. Daarmee wordt ook iets gedemonstreerd in de breedte van het kennen en kunnen van Nederlandse filosofen.