Jan Kuitenbrouwer - Oubotaal
OverzichtConditie | redelijk |
Aantal pagina`s | 94 |
Uitgavejaar | 1999 |
Uitgegeven door | Uitgeverij Contact |
Kaft | paperback |
ISBN | 9789025497545 |
Code [intern] | ZOL23 |
Beschrijving boek
De taal van de kromme tenen.
Hij heft zijn glas en zegt ‘prut’ in plaats van ‘proost’.
Hij zegt: ‘Dat lukt je van-z’n-lang-zal-ze-leven-niet.’
En: ‘Dat geldt voor deze jongen idem-dito-met-een-sterretje.’
Zeg je dan: ‘Jesses, wat een verschrikkelijke uitdrukking’, dan zegt hij: ‘Monumentje, dat gooi ik even in de groep.’
Je hebt turbotaal die na een tijdje gewoon weer verdwijnt ['gaaf' is gebleven, maar 'gers' is weg], je hebt turbotaal die klassiek wordt [Wim Kok die het over 'vibraties' heeft], en je hebt turbotaal die weigert in te zien dat er behalve een tijd van komen ook een tijd van gaan is. Turbotaal die getekend raakt door het droeve patina der oubolligheid. Oubo-taal. De taal van de kromme tenen.
De oubotaal-spreker denkt dat hij hip, leuk, snedig of origineel is, maar hij vergist zich. Of hij weet best dat wat hij zegt oubollig is, maar denkt dat de ander het niet weet. Of hij weet dat de ander het weet en denkt: ach, een mens kan niet altijd origineel zijn.
Niet iedereen hanteert bovendien dezelfde definitie van oubolligheid: wat voor de een nieuw is heeft de ander al te vaak gehoord, en even later kan het andersom zijn.
In ‘Oubotaal’ zoekt Jan Kuitenbrouwer deze brandende kwestie tot op de bodem uit. En zoals we van Nederlands meest gelezen taalchroniqueur gewend zijn, doet hij dat met kennis van zaken, een flinke dosis humor en zijn onnavolgbaar taalgevoel.
Hij sjort de ceintuur van zijn jas bijeen, steekt een arm in de lucht en zoekt met zijn andere de gleuf in het cafégordijn. ‘Dames heren ook, auf Wiener Schnitzel!’