Janny Stuurman-Aalbers - 400 jaar antiek: Nederlandse gebruiksvoorwerpen
OverzichtConditie | goed [rug kaft wel wat verkleurd] |
Aantal pagina`s | 128 |
Uitgavejaar | 1982 |
Uitgegeven door | Vonk/Uitgevers |
Kaft | hardcover [A4 formaat] |
ISBN | 907041000X/9789070410001 |
Code [intern] | LIN |
Beschrijving boek
Voorwoord
In dit boekje hebben wij geprobeerd voor u een beeld te schetsen van het Nederlandse binnenhuis, aan de hand van afbeeldingen en voorwerpen.
Niet alleen van datgene dat voornamelijk in musea voorkomt, maar ook ‘gewone’ voorwerpen, die men thuis kan aantreffen en die nog regelmatig te koop zijn.
Al de afgebeelde voorwerpen zijn de afgelopen vier jaar geveild in Nederland en België. Wij danken de veilinghuizen voor hun medewerking bij het totstandbrengen van dit boekje.
Dit boekje omvat de periode van circa 1450 tot 1850.
Met het Nederlandse binnenhuis richten wij ons voornamelijk op het gewone woonhuis, dus niet de interieurs van kerken en kastelen.
U vindt hierin het meubel, dat de belangrijkste taak in het interieur vervuld, daarnaast de gebruiks- en siervoorwerpen. Met name de volkskunst, een veelomvattend onderwerp, waar vooral de verschillende zeden en gebruiken uit een bepaalde streek in naar voren komen.
Delfts aardewerk en tegels, een onderdeel dat zeer belangrijk is, een soort visitekaartje voor de buitenlander. Dan Nederlands porselein. Slechts een korte periode is in Nederland porselein vervaardigd. Alle fabrieken zijn in dit boekje vertegenwoordigd met een voorbeeld.
Glas en kristal, waarbij het gebruiksglas een belangrijke plaats inneemt.
Zilver, vooral in de 18e eeuw een bloeiperiode bij Nederlandse zilversmeden, al of niet beïnvloed door het buitenland. Bij het onderwerp juwelen zijn alleen enkele volkssieraden afgebeeld. Koper en brons, dat naast een versierend element vooral als gebruiksvoorwerp belangrijk is geweest. Dit geldt in niet mindere mate voor het tin.
Van klokken hebben wij in Nederland specifieke voorbeelden, die nergens anders in deze vorm of daarvan afgeleid voorkomen. Bijvoorbeeld stoel- en staartklokken. De uurwerken van de Nederlandse horloges zijn vaak Engels, ondanks dat het horloge in vorm en uiterlijk dan echt Hollands is.
De Nederlandse sculpturen zijn bijna altijd afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden, wat verband houdt met de kerkelijke, dus in dit geval rooms-katholieke invloed. Ook de beeldenstorm in 1566 is hier vanzelfsprekend debet aan geweest. Het laatste onderwerp, de varia, is een veelomvattend onderwerp, hierin is ondergebracht alles wat niet in een door ons speciaal genoemde categorie kan worden geplaatst.
Dat het Nederlandse produkt eigenlijk altijd een goed produkt is geweest, is mede te danken aan de Gilden [soort vakverenigingen] die ontstaan zijn in de middeleeuwen, door welk toezicht werd gehouden op de goede kwaliteit. Deze Gilden bestonden voor alle ambachts- en kooplieden. Afhankelijk van hun beroep vielen ze onder een bepaald Gilde. Bijvoorbeeld: Geelgietersgilde, Schrijnwerkersgilde, Zilversmedengilde, Smedengilde, Steenhouwersgilde, Weversgilde, enz., enz.
De koopmansgilden zijn reeds in de 16e-18e eeuw afgeschaft, door het opkomen van de wereldhandel. De ambachtsgilden bestonden echter tot de Franse revolutie. In Nederland bij staatsregeling tot 1798.
Hopelijk krijgt u in dit boekje met veel afbeeldingen een goed beeld van het Nederlandse interieur gedurende 400 jaar.
Het zal u blijken dat het interieur gebonden is aan de cultuur van een volk, in dit geval dus de Nederlandse.
Ondanks dat er natuurlijk een invloed uit het buitenland is geweest, afhankelijk van bepaalde gebeurtenissen, zoals oorlogen e.d. Bijvoorbeeld de 80-jarige oorlog [1568-1648], Spaanse invloed.
Franse invloed, bijvoorbeeld van protestantse vluchtelingen uit Frankrijk, waaronder veel ambachtslieden en kunstenaars waren, circa 1700.
Uit veel van deze afgebeelde objecten spreekt een zekere degelijkheid, maar ook een gevoel voor gezelligheid en eigenwaarde, dat ons volk eigen is.