John Masters - Schimmen sluipen door de nacht
OverzichtConditie | redelijk [1e pag. handgeschreven tekstje; kaft deels verkleurd (m.n. rug)] |
Aantal pagina`s | 386 |
Uitgavejaar | niet bekend [vermoedelijk jaren `50] |
Uitgegeven door | Nederlandse Boekenclub |
Kaft | blauwe kunstlederen hardcover met [goud]opdruk op voorzijde en rug |
Stofomslag | nee |
ISBN | niet bekend |
Code [intern] | FRI2 |
Beschrijving boek
Aanvulling conditie: rug kaft - hoekjes boven- en onderzijde - kunstleder beschadigd [kaal]. Een aantal pagina's heeft aan de bovenzijde lichte waterschade [zichtbaar als vlek, papier niet geribbeld o.i.d.]
Oorspronkelijke titel: Nightrunners of Bengal.
Een deel uit de NBC-selectie.
Historische roman.
Het boek is opgedragen aan De Sepoys van India 1695-1947.
Voorwoord [deels]
Op zondag 10 mei in het jaar 1857 brak in Bengalen, in het noordoosten van het toenmalige Brits Indië, een opstand uit. Indiase soldaten, die toen zowel als nu sepoys worden genoemd, keerden zich tegen hun Britse officieren en vermoordden hen, hun vrouwen en kinderen. De opstand breidde zich uit, en omstreeks midden juni leek de Britse Oost-India Compagnie nog slechts een brandend wrak. De Engelsen, die deze grote organisatie hadden gediend, waren nu vluchtelingen in de velden en de bossen. In augustus was de opstand overgegaan in een volledige oorlog, maar de grote put van Cawnpore lag toen reeds vol vrouwenlijken, en te zeggen dat iemand genade had betoond, stond gelijk met een belediging. Engeland, het pralende, onverstoorbare Engeland van koningin Victoria, was tot het uiterste gebracht. Moord werd beantwoord met massamoord, haat met een golf van duivelse haat. Twaalf eeuwen Britse geschiedenis tonen niets wat daar ook maar in de verste verte op leek. Het was terzelfder tijd een hoogtepunt van ongelooflijke moed en een afgrond van ontstellende barbaarsheid.
Deze opstand is het, die in dit verhaal wordt behandeld. Hoewel de meeste voorvallen zijn ontleend aan officiële rapporten en aan in die tijd geschreven brieven, berust het verhaal op fantasie. Mijn doel is slechts geweest om een waar beeld te geven van de feiten, voor zover die omgeving, omstandigheden en gevoelens betreffen. Maar de plaatsen bestaan niet, en de personen hebben niet bestaan, behalve wanneer zij op de achtergrond van dit verhaal een bescheiden rol spelen.
J.M.