Romano Guardini - Existentie in het geloof
OverzichtConditie | redelijk [rug/rand/hoekjes kaft (kale) stootplekjes; binding en inhoud goed] |
Aantal pagina`s | 86 |
Uitgavejaar | 1959 [2e druk] |
Uitgegeven door | Uitgeverij Lannoo, Tielt en Den Haag |
Kaft | softcover met flappen [ongeplastificeerd] |
ISBN | niet bekend |
Code [intern] | SBNL3 |
Beschrijving boek
Oorspronkelijke titel: Gläubiges Dasein.
Guardini beschrijft hier de menselijke conditie van de gelovige, de wijze waarop de gelovige mens zichzelf ervaart. Levend geloof verwekt een bijzonder soort zelfkennis, die niet in het zinloze ego centrisme van het mode-existentialisme doch in de ware werkelijkheid uitmondt. Ook de christen stelt de vraag naar de zin van zijn existentie - de bewuste christen althans. Die vraag luidt: Welke plaats heb ik als mens in de werkelijkheid? Waardoor word ik in het bestaan gehouden? Welk verband bestaat er tussen mijn ik en mijn daden? Van welke aard is mijn vrijheid?
Guardini beantwoordt die vragen, niet met de abstracte formules van een leerstellige routine, maar van de drievoudige relatie uit die het werkelijkheidsbesef van de gelovige mens existentieel bepaalt: het steeds wakker besef door God geschapen te zijn, het helder bewustzijn dat hij door God in vrijheid is gesteld; en het klare weten dat hij tot in zijn diepste wezen door God gekend is.
Wie dit geschrift bemediteert, zich in de daarin aangeduide richting oriënteert, zal van veel ballast bevrijd worden en de kern van de ‘existentie in het geloof’ dicht benaderen.
De 8ste Psalm, die Guardini als een hooglied van de menselijke vrijheid en grootheid, en Psalm 138, die hij als een belijdenis van het naakt voor God staan, in deze overwegingen heeft verwerkt, zullen ons tot dagelijkse gebeden worden.